Het contactloze ontstekingssysteem bestaat uit een schakelaar, een Hall-sensor, een verdeler, een spoel en een slot. En natuurlijk aansluit- en hoogspanningsdraden. Er zijn niet zoveel knopen die kunnen breken.
Het is nodig
- - controlelampje;
- - voltmeter;
- - aansluitdraden.
instructies:
Stap 1
Zet de auto op de handrem, schakel de neutraalstand in. Het is raadzaam om het ontstekingssysteem te diagnosticeren door de werking van de motor te simuleren en niet door de krukas te scrollen met de starter. Dit bespaart batterijvermogen. Simulatie van het ontstekingssysteem vindt plaats wanneer de groene (signaal)draad van de Hall-sensor open is naar massa. Met een stuk draad is het noodzakelijk om de draad naar aarde te sluiten en te openen, als gevolg hiervan zal de schakelaar een puls zien en deze vervolgens verder naar de bobine leiden. Maar er zijn ook speciale apparaten die de werking van een Hall-sensor simuleren. Ze zijn geassembleerd volgens het multivibrator-schema. Het apparaat maakt meerdere pulsen in één seconde.
Stap 2
Controleer of alles in orde is in de auto. Het is onmiddellijk noodzakelijk om uit te zoeken of de oorzaak van de storing in de ontsteking ligt en niet in het brandstoftoevoersysteem. Controleer ook de distributieriem. Als het breekt, zal de starter de krukas sneller draaien dan normaal. De ontstekingsverdeler zal natuurlijk niet draaien aangezien deze wordt aangedreven door de nokkenas.
Stap 3
Controleer op spanning op de bobine. Dit gaat het makkelijkst met een 12 volt lamp en maximaal 3 watt. Natuurlijk zal de meting nauwkeuriger zijn met een multimeter. Zet het contact aan en sluit een lamp aan op de klem "B" van de spoel. Het zou moeten branden. Als het niet ontsteekt, duidt dit op de afwezigheid van spanning. De oorzaak van de storing kan liggen in de bedrading, in het contactslot of in het relais.
Stap 4
Ga naar bobine en verdeler controleren in aanwezigheid van spanning. Sluit hiervoor een afleider (of een gepantserde draad met een punt en een bougie) aan op de hoogspanningsconnector van de spoel. Simuleer een puls van een Hall-sensor door de groene draad kort te sluiten met aarde. Er moet een vonk doorheen glippen. Als er een vonk is, geeft dit de bruikbaarheid van de spoel aan, maar de Hall-sensor heeft een defect, deze moet worden vervangen.
Stap 5
Test de schakelaar door de spanning te meten op de spoeldraad waarop de bruine draad is aangesloten. Het contact moet natuurlijk aan staan. Als er geen spanning is, is er een storing in de schakelaar. Als er spanning is, moet u ook controleren of er pulsen uit de schakelaar komen. Koppel de bruine draad los van de spoel. Sluit de lamp aan op deze draad en op de klem "B" van de spoel. Al deze schakelingen moeten worden uitgevoerd met het contact uit. Nadat u het circuit hebt gemonteerd, zet u het contact aan en draait u de starter. Het lampje moet knipperen.