De accu en het voertuig hebben goed onderhoud nodig. Het heeft periodieke zorg en inspectie nodig. Het duurt niet lang, maar het zal de levensduur verlengen.
instructies:
Stap 1
Probeer de batterij regelmatig af te vegen met een droge doek en inspecteer de buitenkant op elektrolytlekken vanuit de binnenkant van de tank. Gebruik een doek of een kleine borstel om de ventilatieopeningen in deksels of pluggen te reinigen.
Stap 2
Controleer of de batterij stevig op zijn plaats zit. Houd er rekening mee dat bij schudden en bungelen van de batterij de actieve stof van de batterijplaten wordt verwijderd, wat op zijn beurt leidt tot het risico op kortsluiting. Draai daarom de bevestigingen voorzichtig vast en plaats een gewone rubberen pakking onder de bodem van de batterij.
Stap 3
Vergeet niet de betrouwbaarheid van de bevestiging van de draden aan de batterij te controleren. Als ze tekenen van oxidatie of roest vertonen, maak ze dan grondig schoon. Smeer vervolgens met vaseline om verdere oxidatie te voorkomen.
Stap 4
Controleer regelmatig het elektrolytpeil. Het moet tussen de minimum- en maximummarkeringen zijn die op de batterijhouder zijn aangebracht. Vul indien nodig gedestilleerd water bij om het elektrolytniveau te herstellen. Als het er echter uit spat, voeg dan geen water toe, maar direct de elektrolyt, die dezelfde dichtheid moet hebben als die erin zit.
Stap 5
Controleer de staat van het elektrische gedeelte van de auto. Vaak draagt een defecte dynamo, startmotor of relaisregelaar bij aan het snel uitvallen van de accu. Stel de dichtheid van de elektrolyt periodiek in op de vereiste waarde. Doe dit door de accu op te laden met een oplader.
Stap 6
Houd er rekening mee dat het batterijoppervlak alleen kan worden gewassen als het is verwijderd. Doe dit met een 10% ammoniakoplossing. Spoel het oppervlak na de procedure af met koud water en droog het grondig af met een doek.