Het hart van de auto is de motor. Alle chauffeurs zullen het hier waarschijnlijk mee eens zijn. Maar om dit hart te starten en vervolgens zijn werk te controleren, waarbij allerlei sensoren en apparaten van stroom worden voorzien, is er een oplaadbare batterij. Waarom zo'n naam? Omdat het elektrische stroom opslaat en accumuleert en bestaat uit verschillende accu's die tot een batterij zijn samengevoegd. Zolang de auto-accu is opgeladen, zijn er geen problemen met het starten van de motor.
instructies:
Stap 1
Voor de werking van de auto worden meestal zure accu's gebruikt, d.w.z. die waarin een oplossing van zwavelzuur in gedestilleerd water als elektrolyt wordt gebruikt. Daarom kan de technische staat van de batterij worden gecontroleerd met behulp van een hydrometer. Hiermee kunt u de dichtheid van de elektrolyt bepalen. Als deze hoog is, wordt de batterij opgeladen en als deze laag is, wordt deze ontladen.
Voor hetzelfde doel kunt u een laadstekker gebruiken, die de spanning van de hele batterij of elke afzonderlijke "bank" weergeeft. Aan de hand van de meetwaarden kunt u bepalen of de batterij is opgeladen of niet, en hoe stabiel de spanning is.
Zodra duidelijk wordt dat de batterij moet worden opgeladen, rijst de vraag: "Hoe doe je dit?" Momenteel is het kopen van een oplader in een winkel geen probleem, maar als je per ongeluk een AC-transformator op een plank in je garage hebt staan en stof verzamelt, waardoor de spanning wordt verlaagd van 220V naar 16V, dan kan het probleem worden opgelost zonder een winkel.
Stap 2
Naast de transformator heeft u nodig:
• conventionele draadweerstand voor het aanpassen van de laadstroom;
• ampèremeter om de waarde van de laadstroom te regelen;
• gelijkrichter;
• schakelaar, die is opgenomen in het circuit van de primaire wikkeling van de transformator;
• een gloeilamp in het secundaire circuit. Zodra er spanning in de secundaire wikkeling van de transformator verschijnt, licht deze op.
Stap 3
Maak zelf een gelijkrichter door uit diodes een gelijkrichtbrug te assembleren. Monteer het hele apparaat op een basis van diëlektrisch materiaal (textoliet, multiplex, niet-smeltende niet-geleidende kunststof). Bevestig de transformator op de basis.
Stap 4
Monteer uit hetzelfde materiaal een behuizing waarin je veel gaten maakt voor het koelen van de transformator en gelijkrichter.
Bevestig op de voorwand van de behuizing het controlelampje, de tuimelschakelaar, de ampèremeter en de regelweerstand.
Het is raadzaam om de uitgangsdraden van de gelijkrichter uit te rusten met klemmen met verschillende diameters, zodat bij aansluiting op de batterij de polariteit niet wordt omgekeerd.
Stap 5
Nadat u heeft gecontroleerd of aan deze voorwaarden is voldaan, sluit u de stekker van de lader aan op het lichtnet, sluit u de klemmen aan op de accu en gebruikt u een regelweerstand om de vereiste laadstroom in te stellen. Controleer de waarde aan de hand van de ampèremeterwaarden.