Elke ochtend komen autobezitters naar parkeerplaatsen en garages, winden hun ijzeren paarden op en gaan op weg. Maar soms kan de auto niet starten en lopen.
Er zijn veel versies, allerlei redenen, maar u moet degene vaststellen die tot de weigering heeft geleid. Niet veel eigenaren weten zelf welk gereedschap of apparaat ze de motor moeten controleren. In moderne auto's wordt een inscriptie over de reden van de storing of een speciaal symbool dat een storing aangeeft, op het dashboard weergegeven. Bij oudere modellen zonder boordcomputer fungeren de ogen en oren van de eigenaar als testinstrument. Je moet goed luisteren naar de geluiden die de auto maakt of niet maakt wanneer ze hem proberen te starten.
Vaak ligt de reden voor het falen niet in mechanische schade aan de motor, maar in andere, eenvoudigere redenen die letterlijk "aan de oppervlakte liggen". Bij het omdraaien van de sleutel in het contactslot moeten bijvoorbeeld eerst de instrumenten en controlelampjes tot leven komen. Als er niets gebeurt, is hoogstwaarschijnlijk het elektrische circuit van de batterij verbroken. Het komt voor dat er een losse pool van de accu kan komen. Soms verlaten vergeetachtige eigenaren 's avonds de auto met de koplampen aan en tegen de ochtend is de batterij gewoon leeg.
Als de apparaten en lampen werken, maar de starter de motor niet laat draaien, ligt het probleem eerder op zichzelf of in het elektrische gedeelte ervan. Het komt voor dat het magneetrelais uitvalt door vocht en vuil. Bij het omdraaien van de sleutel in het contactslot moet een duidelijke klik van het magneetrelais hoorbaar zijn.
Als de starter de krukas van de motor draait, maar niet start, moet u eerst onthouden dat de motor brandstof nodig heeft om te werken, waardoor het ontstekingssysteem wordt ontstoken. Daarom moet u ervoor zorgen dat de auto benzine heeft door simpelweg naar de brandstofniveausensor op het dashboard te kijken. Als er benzine is, is het tijd om het ontstekingssysteem te controleren. Het lijkt erop dat in een dergelijke situatie tankstationspecialisten nodig zijn met meetapparatuur, omdat het onwaarschijnlijk lijkt dat u de motor alleen kunt controleren. Maar ook hier kunnen ter plekke de eerste stappen worden gezet. Om dit te doen, moet u de motorkap openen en de werking van het ontstekingssysteem oproepen: elektrische stroom van de generator wordt geleverd via een hoogspanningsdraad naar de bobine en van daaruit naar de verdeler (ontstekingsverdeler), die, in een bepaalde volgorde, levert spanning aan de bougies. Het is voldoende om de draad uit de verdeler te trekken en naar het metalen deel van de auto te brengen, terwijl u de contactsleutel draait om een vonk te zien. Zo ja, dan werkt de spoel.