Een bipolaire transistor kan aan of uit zijn, of in een van de verschillende tussentoestanden. Om de toestand van de transistor te regelen, dient de elektrode, de basis of basis genoemd.
instructies:
Stap 1
Onthoud dat een bipolaire transistor, in tegenstelling tot een veldeffecttransistor, evenals een vacuümbuis, niet wordt bestuurd door spanning, maar door stroom. Voor een npn-apparaat moet deze stroom van basis naar emitter (dat wil zeggen plus naar basis) vloeien. Als de transistor een pnp-structuur heeft, laat de stroom dan in de tegenovergestelde richting door om deze te openen.
Stap 2
Voordat u de belasting met een transistor kunt regelen, moet deze correct zijn aangesloten. Sluit de emitter van de transistor rechtstreeks aan op de gemeenschappelijke draad en de collector via de belasting op de voeding. Als n-p-n-structuren worden gebruikt, moet deze bron een positieve spanning genereren ten opzichte van de gemeenschappelijke draad, en als p-n-p-structuren dan negatief.
Stap 3
Bepaal in welke modus het apparaat moet werken: analoog of sleutel. In het eerste geval is een veel groter koellichaam vereist. Dit komt door het feit dat een zeer kleine stroom door een volledig gesloten transistor vloeit en een zeer lage spanning wordt toegepast op een volledig open transistor. Wanneer het apparaat gedeeltelijk open is, zijn zowel spanning als stroom groot, hoewel niet maximaal. Om deze reden wordt het grootste vermogen aan de transistor toegewezen juist wanneer deze niet volledig open is.
Stap 4
Bereken hoeveel stroom er door de basis-emitterovergang van de transistor moet gaan om een bepaalde stroom door de belasting te laten vloeien. Om dit te doen, deelt u de gewenste belastingsstroom door de dimensieloze parameter van het apparaat, de stroomoverdrachtscoëfficiënt genoemd.
Stap 5
Door de basisstroom verder te verhogen, zult u merken dat de belastingsstroom niet verder toeneemt. Dit betekent dat de transistor verzadigd is. Hoe hoger de belastingsstroom, hoe hoger de basisstroom nodig is om een transistor van hetzelfde type te verzadigen. Als het nodig is om de transistor in de sleutelmodus te gebruiken, zet hem dan altijd in de verzadigingsmodus en de warmteontwikkeling erop in de open toestand zal minimaal zijn. Maak de basisstroom echter niet te hoog om te voorkomen dat het instrument door deze stroom opwarmt.