De auto is een coherent apparaat dat is uitgevonden om het leven van de gebruiker gemakkelijker te maken. Onderdelen in deze complexe beweging hebben de neiging om na verloop van tijd te verslijten. Elke machine is vatbaar voor storingen en deze defecten moeten onberispelijk worden gerepareerd.
Lage batterij
Er zijn verschillende meest populaire redenen waarom de VAZ 2110 niet start. Een van deze redenen, en de meest ongevaarlijke, is de lage batterijlading. Mogelijk was de auto een aantal dagen niet gebruikt en stond hij op alarm. In het proces ging de batterij zitten. De generator kan ook de reden zijn. Door een storing stopte hij met het opladen van de batterij. Laad de accu op met een autolader. Sluit hiervoor de accu aan op de oplader. Zorg ervoor dat u de klemmen niet door elkaar haalt. Plus moet verbinden met plus, min met min. Installeer dezelfde ampère op de lader als op de batterij. Als u minder installeert, laadt de batterij niet op, indien meer, zal deze doorbranden.
Storing in het distributiemechanisme voor brandbare stoffen
De volgende reden is een storing in het distributiemechanisme voor brandbare stoffen. Als de VAZ is uitgerust met een injectiemotortype, neem dan contact op met een autoservice. Specialisten met behulp van speciale apparatuur zullen de auto diagnosticeren, het defect corrigeren en, indien nodig, de injectorchip opnieuw flitsen.
Als de auto carburateur is, is het goed mogelijk om het probleem zelf op te lossen. Controleer eerst het benzinefilter, dat is geïnstalleerd in de breuk van de slang die geschikt is voor de carburateur. Als het verstopt is, vervang het dan ongetwijfeld door een nieuwe. Verwijder vervolgens de carburateur, demonteer en spoel in schone benzine. Vervang alle bestaande pakkingen door nieuwe. Koop deze reparatieset bij een auto-onderdelenwinkel. Nadat u dit brandstofdistributiemechanisme weer in de auto hebt geïnstalleerd, moet u benzine oppompen. Gebruik geen brandstof met een octaangetal lager dan tachtig.
Ontsteking afgebroken
Een andere reden is een kapotte ontsteking. Het kan te vroeg zijn of juist te laat. Dit komt door trillingen. Als de auto liep, kon de verdelerkap geleidelijk draaien. Bij dit soort ontsteking worden de vonken van de kaarsen ongelijkmatig gevoed, de benzine in de cilinders brandt niet op, de motor begint te "verdrievoudigen" en weigert dan gewoon te werken. Het is noodzakelijk om de ontsteking te regelen met het verdelerdeksel, met de klok mee te draaien en omgekeerd. Onderzoek de gepantserde draden naar de bougies. Ze kunnen na verloop van tijd smelten door de temperatuur. Als een dergelijk defect wordt gevonden, vervangt u de gepantserde draad en de kaars waarop deze was aangesloten. Het is niet nodig om een nieuwe kaars aan te schaffen. Verbrand de oude boven het vuur en schroef hem er weer in.