De eerste tekenen van een defecte stationair regelaar zijn; zwevend motortoerental, motorstop bij ontkoppelen van versnelling, hoog motortoerental bij warme motor, laag motortoerental bij koude motor. Dit kan te wijten zijn aan overmatige luchtinlaat. De toevoer ervan in motoren met brandstofinjectie moet worden geregeld door een computer, die, rekening houdend met de uitlezingen van een aantal sensoren, een tijdje de kleppen van de injector of injectoren opent.
instructies:
Stap 1
Koppel het elektrische systeem van het voertuig los. Zet de grond af. De regelaar is het uitvoerende orgaan van de werking van de motor, daarom zal de lamp "injectorstoring" niet oplichten in het geval van een storing. Het is een taper naald stappenmotor. De regelaar is op het gasklephuis geïnstalleerd en levert een vooraf bepaalde hoeveelheid lucht die een gesloten gasklep omzeilt, die wordt ingesteld door de boordcomputer van de auto voor een gelijkmatige opwarming en een stabiele werking van de motor.
Stap 2
Draai de schroeven los waarmee de regelaar is bevestigd en verwijder de regelaar. De stationair toerentalregeling bevindt zich op het gasklephuis en is daaraan bevestigd met twee schroeven. In sommige modellen zijn de schroeven gevuld met verf en vernis of uitgeboord, dan zal het nodig zijn om het gasklephuis te demonteren met daaropvolgende demontage.
Stap 3
Spoel de zittingpoort van de regelaar en blaas uit met perslucht. Demonteer de regelaar voorzichtig om de wikkeling van de regelaar niet te beschadigen. Controleer de geleidehuls, als de conische naald vrij ronddraait met een opening, moet de huls worden vervangen. De conische naald moet vrij zijn van zichtbare schade of slijtage. Vervang indien beschadigd.
Stap 4
Controleer de integriteit van de neerhoudveer. Controleer met behulp van een meetinstrument de integriteit van de wikkeling van de regelaar. Reinig de contacten van de spoel. Monteer de stationair toerentalregeling. Voordat u het op de auto installeert, meet u de afstand van de flens van het lichaam van de regelaar tot de rand van de conische naald, deze moet 23 mm zijn. Als de afstand min of meer is, moet de naald worden vervangen.
Stap 5
Installeer de stationair toerentalregeling in de stoel in het gasklephuis. Sluit de bedieningsstekker aan op de stationair toerentalregeling. Schakel de stroomtoevoer naar het voertuig in. Start de motor en test deze in verschillende modi.