In de regel wordt de stuurbekrachtigingsvloeistof vervangen bij een tankstation, maar u kunt het zelf doen. Als dit werk niet op tijd wordt gedaan, zal het apparaat uitvallen en dan moet u het volledig vervangen, inclusief de oliepomp.
Noodzakelijk
- - stuurbekrachtigingsvloeistof;
- - schroevendraaier;
- - servetten.
instructies:
Stap 1
Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond, bij voorkeur in een garage. Bepaal de locatie van het stuurbekrachtigingsreservoir (GUR) onder de motorkap. Start de motor en draai in de ruststand het stuur naar links en rechts tot de maximale hoek. Open de tankdop en controleer de vloeistofniveaumarkeringen. Als het niveau lager is dan normaal, gebruik dan keukenpapier om op lekken te controleren. Draai indien nodig de klemmen op de leidingen waardoor de vloeistof circuleert vast met een schroevendraaier. Zorg ervoor dat er geen schuim of vreemde voorwerpen in het reservoir zitten en dat de vloeistof niet troebel is. Zet de motor af, het verschil in vloeistofniveau in het reservoir mag niet meer dan 5 mm veranderen. Dit geeft aan dat de stuurbekrachtiging operationeel is.
Stap 2
Zet de motor af en verwijder de gebruikte vloeistof uit het reservoir. Gebruik hiervoor een speciaal mechanisme dat de vloeistof met een vacuüm aanzuigt. Afhankelijk van het automerk is de hoeveelheid vloeistof 80 tot 320 ml, maar de gemiddelde waarde is 250 ml.
Stap 3
Giet nieuwe vloeistof in het reservoir tot het op het reservoir aangegeven niveau. Als het vloeistoffilter eerder is verwijderd, moet u dit eerst installeren. Er mag geen ondervulling of overloop van vloeistof zijn, dit is even schadelijk voor stuurbekrachtiging. Start de motor en draai het stuur een paar keer helemaal naar rechts en links. Het vloeistofniveau mag in dit geval niet veranderen. Na de plug mag het niveau niet meer dan 5 mm afnemen. De stuurtijd mag niet langer zijn dan 15 seconden, anders kan de oliepomp kapot gaan. Controleer hoe dicht het deksel sluit en de integriteit van de leidingen waardoor de vloeistof stroomt, op lekken.
Stap 4
Omdat bij het vervangen van de stuurbekrachtigingsvloeistof deze slechts gedeeltelijk wordt bijgewerkt, inspecteert u vervolgens zorgvuldig de weggepompte vloeistof. Als het te verstopt is met vreemde voorwerpen, voer het zuig- en vulproces dan uit nadat de motor stationair draait, en voer het nog twee keer uit.