Na een revisie van de motor is het absoluut noodzakelijk om deze in een zachte modus te laten draaien: overschrijd de ingestelde snelheidsdrempel en het aantal omwentelingen niet, vermijd plotselinge belastingen. Dit is nodig voor het geleidelijk slijpen van de bewegende delen van de motor.
Tijdens de revisie van de motor wordt een gehele of gedeeltelijke vervanging van een aantal bewegende elementen uitgevoerd. Door onvolmaakt slijpen van onderdelen is bij hoge belasting aanzienlijke schade aan het metalen oppervlak mogelijk. Slijpen en monteren kan het beste direct op de plaats van installatie gebeuren: bij lage belastingen wrijven de metalen delen strak, waardoor hun verdere snelle slijtage en vervorming in de toekomst niet optreedt. Afhankelijk van de mate van interventie in het motorontwerp tijdens revisie, kunnen de inloopmodus en de duur ervan variëren.
Klep en gasdistributiesysteem
Het nieuwe inlaat-uitlaatsysteem heeft een kwetsbaarheid op de plaatsen waar de klepschouders aan de zittingen hechten. Na verloop van tijd treedt krimp en microscopische vervorming van het metaal op, wat gepaard gaat met een lichte toename van de compressie. Ook worden tijdens het inrijden de bewegende elementen van de kettingaandrijving, veerretouren en nokkenasdrukkers gelept. Over het algemeen is ongeveer 500 kilometer hardlopen in een rustige modus voldoende om in deze eenheden te rennen.
Drijfstang-zuigersysteem
Bij het repareren van een pistonsysteem zijn er veel meer nuances. Na het gelijktijdig vervangen van de zuigerveren en voeringen wordt het inlopen binnen 1500-2000 kilometer uitgevoerd. Een veel moeilijkere situatie ontstaat wanneer de ringen of voeringen afzonderlijk worden verwisseld. Tegelijkertijd produceren elementen die al onder één hoek zijn afgeveegd, ongelijkmatige slijtage van andere, waardoor de levensduur van de motor aanzienlijk wordt verkort. Nieuw geïnstalleerde ringen met gedeeltelijk versleten voeringen klampen zich bijvoorbeeld vast aan miniatuurgroeven, dorpels en groeven, waardoor ze nog meer worden vernietigd. De ringen zelf zijn ook onderhevig aan ernstige slijtage.
De aandrijfelementen van de drijfstang worden zelden vervangen in de montage, dus u kunt vaak een losse passing van het drijfstangbeen op de krukas of een te krappe slag van de kop ten opzichte van de zuiger waarnemen. Door het inlopen worden deze gebreken bijna volledig verholpen. Voor 1000 kilometer hardlopen nemen de beweegbare eenheden de vereiste vorm aan en slijpen ze een beetje op plaatsen met verhoogde wrijving.
Kenmerken van motoronderhoud tijdens het inrijden
Tijdens het inlopen van de motor na revisie moeten de toestand en het oliepeil zorgvuldig worden gecontroleerd. De eerste vervanging gebeurt na 500 kilometer, de volgende worden uitgevoerd met ongeveer dezelfde duur, afhankelijk van het type motor en de aanbevelingen van specialisten. Onmiddellijk na het voltooien van het inrijden moet de motor worden onderhouden in een gespecialiseerde werkplaats.