De bobine is een van de belangrijkste en meest betrouwbare elementen van het ontstekingssysteem. Het is zelden de boosdoener van storingen, dus u moet de bruikbaarheid op het allerlaatste moment controleren.
instructies:
Stap 1
Inspecteer om te beginnen de spoel zorgvuldig en controleer het oppervlak op vervuiling die ertoe kan leiden dat de spanning naar massa gaat. Besteed daarna speciale aandacht aan het spoellichaam. Als er olievlekken op zitten, is dit een teken dat er vuil op de hoes zit, wat zal leiden tot het uiteindelijk falen van het onderdeel. Controleer ook de draden van de draden, deze mogen geen tekenen van oxidatie of roest vertonen.
Stap 2
Als u een contactontstekingssysteem hebt geïnstalleerd, wordt de spoel gecontroleerd op bruikbaarheid door een centrale hoogspanningsdraad te installeren op een afstand van 5-7 mm van de carrosserie, wat een massa is. Als de spoel volledig operationeel is, verschijnt er een blauwe vonk wanneer de contacten openen. Anders zal er geen vonk zijn, of het zal erg zwak zijn.
Stap 3
Meet de weerstand van de wikkelingen en de isolatie van de spoel, die moet overeenkomen met de waarden die voor dit type voertuig zijn aangegeven. Als u niet over dergelijke gegevens beschikt, moet de isolatieweerstand ongeveer 50 mOhm zijn en de weerstand van de primaire wikkeling ongeveer 5 Ohm, op voorwaarde dat de spanning erover 12 Volt is.
Stap 4
Controleer de betrouwbaarheid van de spoelisolatie, evenals de polariteit van de draden, als ze omgekeerd zijn, corrigeer dan dit gebrek. Controleer de primaire wikkeling met een ampèremeter door de stroom in het circuit te meten. Zet daarna het contact aan en sluit de contacten van de onderbreker. In dit geval moet de stroomsterkte binnen de voor dit voertuig gespecificeerde limieten liggen. Als de gemeten waarde groter is dan deze waarde, dan geeft dit aan dat de wikkeling kapot is.
Stap 5
Wanneer u de spoel op zijn plaats installeert, moet u ervoor zorgen dat u de draden niet verwisselt, omdat dit anders kan leiden tot beschadiging en verbranding van de stroomonderbrekercontacten, en in het ergste geval tot kortsluiting.