Hoe De Fasesensor Te Controleren?

Inhoudsopgave:

Hoe De Fasesensor Te Controleren?
Hoe De Fasesensor Te Controleren?

Video: Hoe De Fasesensor Te Controleren?

Video: Hoe De Fasesensor Te Controleren?
Video: De cilinderkoppakking vervangen Tavria, Slavuta 2024, Mei
Anonim

De fasesensor in het voertuig bevindt zich op het deksel van de oliepomp. Het geeft de controller de nodige informatie over de hoekstand van de krukas en het moment waarop de zuigers de eerste en tweede cilinder passeren. Wanneer de indrukking op de tanden van de zinkende schijf op de aandrijfpoelie van de generator de sensor passeert, wordt daarin een referentiesynchronisatiepuls gegenereerd. Volg deze stappen om de sensor te verwijderen en te controleren.

Hoe de fasesensor te controleren?
Hoe de fasesensor te controleren?

Noodzakelijk

  • - sleutel voor 10;
  • - platte schroevendraaier;
  • - multimeter;
  • - megahmmeter.

instructies:

Stap 1

Plaats de auto op een kijkgat of viaduct, omdat het handiger is om van onderaf bij de fasesensor te komen. Zet het contact van de auto uit. Koppel de negatieve kabel los van de accu. Verwijder de motorbescherming van onderaf door de vier bouten op het deksel los te draaien met een schroevendraaier. De motoroliepomp is toegankelijk. De fasesensor bevindt zich naast het pompoliefilter.

Stap 2

Koppel de connector van de fasesensor los. Draai de bevestigingsbout los met een sleutel 10. Verwijder de sensor uit de beugel van het oliepompdeksel. Nu moet je het controleren

Stap 3

Voer een externe inspectie van de sensor uit, identificeer schade aan de behuizing, de kern, het aansluitblok en de contacten. Reinig de contacten met een mengsel van alcohol en benzine. Verwijder metaaldeeltjes en vuil van de sensorkern.

Stap 4

Meet de weerstand van de sensor met een multimeter. Zet de schakelaar op het instrument in de 2000 ohm positie Verbind de contacten van het apparaat met de sensor. De weerstand van een bruikbare sensor moet binnen 550-750 Ohm liggen (gegevens voor een VAZ-2109-auto). De controle moet worden uitgevoerd bij een temperatuur van 22 ± 2 ° C, rekening houdend met de fout van het meetinstrument.

Stap 5

Controleer de inductantie van de sensorwikkeling tussen de contacten van het eerste en tweede blok met een R (L, C E7-8) meter op een frequentie van 1 kHz. De inductantiewaarde moet binnen 200-420 MHz liggen.

Stap 6

Meet de isolatieweerstand van de sensor tussen de kern en de contacten van de eerste en tweede pads met behulp van een megohmmeter Ф4108/1. De weerstandswaarde moet minimaal 20 megohm zijn bij een spanning van 500 V.

Stap 7

Vervang de defecte fasesensor door een nieuwe. Monteer deze in omgekeerde volgorde op het oliepompdeksel. Zet de motorbeschermkap vast.

Aanbevolen: