Een moderne schoksensor is een apparaat met twee niveaus dat in de meeste beveiligingssystemen is opgenomen en is ontworpen om te reageren op externe invloeden en de autobezitter hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen. Soms werkt het alarmsysteem echter niet goed.
instructies:
Stap 1
Schoksensoren zijn gebaseerd op een principe op twee niveaus om echte en valse alarmen te scheiden. Ze hebben het vermogen om onderscheid te maken tussen zwakke en sterke invloeden. De eerste geven een waarschuwingssignaal om aan te geven dat de auto onder bescherming staat, de tweede - een volledige alarmcyclus.
Stap 2
Wanneer u de schoksensor afstelt door een externe invloed van een bepaalde intensiteit te simuleren, voert u een responscontrole uit en wijzigt u, indien nodig, de gevoeligheidsdrempel.
Stap 3
Er zijn twee manieren om de gevoeligheid van de schoksensor aan te passen. De eerste is halfautomatisch. Zet de sensor in de leermodus en simuleer vervolgens de impact op de carrosserie. Om dit te doen, maakt u lichte en krachtige slagen op het lichaam. De microprocessor van de sensor onthoudt de informatie en zal deze later gebruiken om de schokken te scheiden op basis van hun intensiteit. Deze methode heeft een belangrijk nadeel. Bij botsingen van dezelfde intensiteit, maar geproduceerd op verschillende delen van de auto, kan de sensor op verschillende manieren worden geactiveerd. Als je in de trainingsmodus een zwakke slag op het stuur hebt geslagen, kan in de bewakingsmodus de impact van dezelfde kracht op het lichaam een alarm veroorzaken en vice versa.
Stap 4
De tweede afstemmethode kost meer tijd, maar geeft betere resultaten. Zet de sensor in de instelmodus, "tik" vervolgens op verschillende delen van de auto, evalueer de reactie van het beveiligingssysteem als geheel en beslis op welk niveau van gevoeligheid je moet stoppen. Pas de waarschuwings- en alarmzones afzonderlijk aan. De eerste zone moet worden geactiveerd door lichte slagen, de tweede door sterke.
Stap 5
Wijzig de gevoeligheidsdrempel van de sensor, afhankelijk van het type en ontwerp, door op een knop te drukken, de positie van de trimmerweerstand te wijzigen of wijzigingen aan te brengen in het systeemgeheugen via de programmeerinterface.