Om te controleren of de achterschokdempers goed werken, drukt u hard op het achterspatbord. Als de schokdemper in goede staat verkeert, keert de carrosserie terug naar zijn oorspronkelijke positie zonder te slingeren. Als de carrosserie op de veren trilt, is de schokdemper defect en moet deze worden vervangen.
Noodzakelijk
- - standaard gereedschapset;
- - inspectieput, viaduct of krik.
instructies:
Stap 1
Verwijder in de passagiersruimte of in de bagageruimte de sierstrip of bekleding op de punten waar de schokdemper aan de carrosserie is bevestigd. Verwijder de rubberen pads van de schokdempercups. Draai daarna de bevestigingsmoer van de schokdemper los, zodat de steel niet meedraait. Bij sommige voertuigen kan de achterste schokdemper worden verwijderd zonder dat er in de passagiers- of bagageruimte iets hoeft te gebeuren.
Stap 2
Zet de auto vooraf op een kuil of viaduct. Rem de auto af met de parkeerrem, plaats de aanslagen op de wielen en controleer of het contact uit staat. Als er geen inspectiegat of viaduct is, verwijder dan het achterwiel en breng de achteras (achterophangingsarm) omhoog met een krik. Dit is nodig om de veer van de schokdemper samen te drukken tegen de tijd dat deze begint te werken. Verwijder de bouten waarmee de onderkant van de schokdemper aan de achteras of ophangarm is bevestigd. Trek de schokdemper en de bus eruit. Draai daarna de bouten los waarmee de schokdemper aan de carrosserie is bevestigd en verwijder deze van onder de auto.
Stap 3
Bij de meeste ontwerpen wordt de schokdemper verwijderd samen met de steunbeker, rubberen pad, ophangveer en beschermende rubberen laars. Om de beker van de schokdemper los te schroeven, moet u de moer losdraaien waarmee deze is bevestigd. Gebruik tegelijkertijd een tang om het bovenste deel van de steel vast te houden, zodat de moer niet meedraait.
Stap 4
Het wordt aanbevolen om een van de achterste schokdempers samen met de tweede te vervangen, ongeacht de staat ervan. Dit is nodig om de onbalans van het lichaam, die onvermijdelijk zal optreden na vervanging, te elimineren. In het geval van het vervangen van de voorste schokbrekers heeft deze regel geen zin, aangezien er geen onbalans is op de voorste schokbrekers.
Stap 5
Behandel alle schroefdraadverbindingen bij de demontage met WD-40-vloeistof. Als u een achterste stabilisatorstang heeft, moet u mogelijk de stabilisatorstang van de schokdempers losschroeven. Soms moet je de rem- of drukregelaarslangen loskoppelen om de achterschokbrekers te verwijderen.