Moderne antidiefstalsystemen voor auto's zijn een reeks elektronische technische middelen die zijn ontworpen om autobezitters op de hoogte te stellen van pogingen tot diefstal of illegale toegang, en om het starten van de motor en de belangrijkste systemen van de auto te blokkeren met behulp van een speciale sleutelhanger. Deze systemen kunnen tot enkele tientallen verschillende functies uitvoeren, waaronder het stil inschakelen (uitschakelen) van de bewaker, ook wel de "stille bewaker"-modus genoemd.
instructies:
Stap 1
Deze modus gaat ervan uit dat het alarmsignaal alleen naar de sleutelhanger en (of) naar de lichtsignalering wordt gestuurd, wanneer het nodig is om stilte te handhaven. Het is niet meer dan normaal dat elk antidiefstalsysteem zijn eigen kenmerken heeft. Zo wordt bijvoorbeeld het stille in- en uitschakelen van het autoalarm Meritecultra 2. Druk op de uit-knop op de afstandsbediening en laat deze los, waardoor de "lichtbaan" zes seconden lang wordt geactiveerd.
Stap 2
Druk vervolgens op de Aan-knop om het systeem te laten piepen. Op dit moment zijn het contactslot en de deursloten geblokkeerd. Wanneer u nogmaals drie seconden op de Aan-knop drukt, zal het antidiefstalsysteem het lichtsignaal dupliceren, waarna de diagnose wordt uitgevoerd en de auto in de "beveiligings"-modus gaat.
Stap 3
Om de schoksensor en de extra sensor uit te schakelen, drukt u direct na het inschakelen van de "lichtbaan" met de Uit-knop drie keer binnen drie seconden op de Aan-knop. Deze handeling wordt bevestigd door drie lichtsignalen. Vervolgens wordt de diagnose opnieuw uitgevoerd en wordt het systeem met het loskoppelen van de extra sensor en de schoksensor in de "beschermingsmodus" gezet. Als het systeem wordt ingeschakeld zonder geluidsbevestigingssignalen, wordt het uitschakelen ook zonder deze signalen uitgevoerd.
Stap 4
Om het Starline antidiefstalsysteem in de stille in- en uitschakelmodus te zetten, drukt u drie seconden op knop 3 en vervolgens op knop 1.
Stap 5
Om het systeem uit te schakelen, drukt u eerst op knop 3 en vervolgens op knop 2. Bevestiging van de uitvoering van opdrachten wordt uitsluitend uitgevoerd door lichtsignalen. Geluidssignalen worden alleen geactiveerd wanneer de deuren, motorkap of kofferbak niet volledig zijn gesloten, of tijdens "stille uitschakeling" als de dag ervoor een alarm is geactiveerd. Zoals de praktijk laat zien, kunt u met het systeem van stille uitschakeling (inschakelen) van het voertuig in combinatie met andere programmeerbare instellingen het meest optimale en betrouwbare beveiligingssysteem bouwen.