LED's worden veel gebruikt in moderne elektronische apparatuur. Een van hun onbetwiste voordelen zijn hun kleine formaat en heldere gloed. Maar om de LED goed te laten werken, is het noodzakelijk om de bedrijfsstroom correct in te stellen.
Noodzakelijk
tester (multimeter)
instructies:
Stap 1
LED's kunnen vele jaren goed werken, een ervan faalt snel als ze bij verhoogde stroomsterkte werken. Om de stroomsterkte correct te berekenen, moet u weten voor welke spanning een bepaalde led is ontworpen.
Stap 2
De voedingsspanning van de meeste LED's kan worden bepaald door de kleur van hun licht. Dus voor witte, blauwe en groene LED's is de voedingsspanning meestal 3 V (tot 3,5 V is acceptabel). De rode en gele LED's zijn ontworpen voor een voedingsspanning van 2 V (1, 8 - 2, 4 V). De meeste conventionele LED's hebben een vermogen van 20 mA, hoewel er LED's zijn die 150 mA kunnen overschrijden.
Stap 3
Het is nogal moeilijk om de nominale stroom van een onbekende LED in te schatten bij afwezigheid van referentiematerialen. Kijk naar de lamp - hoe groter deze is, hoe hoger de normaal nominale stroom. Een van de tekenen dat de ingestelde stroom hoger is dan de toegestane stroom kan een verandering in het spectrum van het uitgestraalde licht zijn. Als de emissie van een witte LED bijvoorbeeld blauw wordt, wordt de stroomsterkte duidelijk overschreden.
Stap 4
Houd er rekening mee dat LED's erg gevoelig zijn voor overspanning. Als u bijvoorbeeld een 2V-led in een circuit steekt met twee 1,5V-batterijen in serie (3V totaal) kan deze branden.
Stap 5
Als er een voedingsspanning wordt gebruikt die hoger is dan de aanbevolen, moet de overtollige volt worden gedoofd met een extra (dempings)weerstand. Je kunt de weerstand van de weerstand berekenen met de formule R = U / I. U moet bijvoorbeeld een LED van 3 V van stroom voorzien via het boordnet van het voertuig van 12 V. U heeft dan 9 V extra. Met een nominale LED-stroom van 20 mA (0,02 A) krijgt u de gewenste waarde door 9 te delen. met 0,02 - dit zal 450 Ohm zijn.
Stap 6
Nadat u het circuit met de LED hebt geassembleerd, moet u de stroom die erdoor wordt verbruikt, meten door de tester op het open circuit aan te sluiten. Als de stroom hoger is dan 20 mA, moet deze worden verminderd door de weerstandswaarde te verhogen. Een iets lagere stroom, bijvoorbeeld 18 mA, komt alleen de LED ten goede, waardoor de levensduur wordt verlengd.
Stap 7
Zorg ervoor dat de LED correct is aangesloten. De anode wordt op de plus van de voeding aangesloten, de kathode op de min. De kathode heeft een kortere leiding; er is een snede gemaakt aan de zijkant van de kolf (plat gebied).