Hoe De Brandstofpompinjector Te Controleren?

Inhoudsopgave:

Hoe De Brandstofpompinjector Te Controleren?
Hoe De Brandstofpompinjector Te Controleren?

Video: Hoe De Brandstofpompinjector Te Controleren?

Video: Hoe De Brandstofpompinjector Te Controleren?
Video: Injectors test and replacement 2024, November
Anonim

Als de motor van een injectieauto niet goed start en met tussenpozen loopt, is de eerste stap het controleren van het brandstofsysteem, inclusief de benzinepomp. U kunt dit zelf doen.

Hoe de brandstofpompinjector te controleren?
Hoe de brandstofpompinjector te controleren?

Noodzakelijk

  • - tester;
  • - manometer bandenpomp;
  • - slang;
  • - twee klemmen;
  • - schroevendraaier.

instructies:

Stap 1

Controleer de bruikbaarheid van het elektrische circuit van de brandstofpomp met behulp van een multimeter of tester door deze aan te sluiten op de draadklemmen. Als er een signaal op de tester is, is de bedrading goed.

Stap 2

Verwijder de beschermkap van de brandstofpompkoppeling, plaats er een opvangbak onder, druk met een dunne platte schroevendraaier op de spoel. Als de benzine in een dunne stroom stroomt, is de druk in het systeem laag. Als de gasdruk goed is, is de druk normaal.

Stap 3

Meet indien mogelijk de druk in het brandstofsysteem met een brandstofmeter. Thuis kunt u hiervoor een bandenpompdrukmeter gebruiken.

Stap 4

Schroef de spoel los van de brandstofrailverbinding. Plaats de manometerslang op de fitting, draai deze vast met een klem.

Stap 5

Zet het contact aan, maar start de motor niet. De brandstofdruk moet stijgen tot 2, 8-3, 2 bar en op dit niveau blijven. Als het onder dit cijfer ligt, controleer dan de toevoerleiding. Om dit te doen, moet u eerst het filter controleren, dat zich onder de onderkant van de carrosserie bij de gastank bevindt. Let dan op de pompzeef. Als het erg vuil is, verwijder dan de brandstofpomp uit de tank, verwijder het gaas en spoel het af.

Stap 6

Controleer de dichtheid van de leidingverbinding van de pomp naar de brandstofleiding. Meet opnieuw de druk in het brandstofsysteem. Als alle storingen zijn uitgesloten en de druk laag blijft, kan worden geconcludeerd dat de benzinepomp versleten is. In dit geval is vervanging vereist.

Stap 7

Zorg ervoor dat er brandstof naar de injectoren stroomt. Inspecteer hiervoor de bougies. Als ze nat zijn, is alles in orde. Als de kaarsen droog zijn, controleer dan eerst de connectoren van de injectorharnas met een tester of tester. Als er geen signaal is, moet daarom worden gezocht naar een fout in de bedrading.

Stap 8

Als de bedrading in orde is (er is een signaal op de tester), schroef dan de oprijplaat los en til deze onder het inlaatspruitstuk op zodat de injectoren zichtbaar zijn. Zet het contact aan. Als er geen benzinestromen zichtbaar zijn in de verstuivers van de injectoren, dan zijn deze defect en moeten ze worden vervangen.

Aanbevolen: