Elke vloeistofcirculatie in de auto is verplicht. Een pomp of pomp wordt gebruikt om de werking van het brandstof- en koelsysteem te verzekeren. Beide typen eenheden hebben een ander ontwerp en hun eigen bijzonderheden.
Automobilisten noemen een pomp een pomp die samenwerkt met een motor. Elke auto heeft ten minste twee typen van dit apparaat. Een van hen pompt geforceerd koelvloeistof, de andere distilleert brandstof uit de tank naar de automotor.
Waterpomp
De gebruikelijke plaats van deze speciale koelvloeistofpomp is aan de voorkant van de cilinderkop. Structureel is de pomp een behuizing waarin de waaier zich op de as bevindt. De laatste is gemonteerd in een paar lagers (één aan elk uiteinde). De rotatie van de as wordt uitgevoerd door de overdracht van koppel door de riem van de motor. Een pompstoring leidt tot oververhitting van de motor en de verdere uitval ervan.
Er zijn verschillende tekenen van een kapotte waterpomp:
- aanduidingen van het apparaat die de temperatuur van de koelvloeistof aangeven, bevinden zich in de rode sector;
- er hangt een koelvloeistoflucht in de cabine;
- er zijn externe geluiden (meestal een fluitje dat aangeeft dat reparatie, vervanging van de pomp nodig is);
- druppels koelvloeistof zijn zichtbaar onder de machine (de aanwezigheid van een lek kan worden vastgesteld door middel van een vel papier dat onder de motor is uitgespreid en een nachtje is blijven staan).
In sommige gevallen is gedeeltelijke reparatie van de waterpomp mogelijk. Bijvoorbeeld het vervangen van aslagers. Om dit apparaat echter zelfstandig te kunnen herstellen, zijn ervaring en geschikte gereedschappen en apparaten vereist. Daarom is het beter om een nieuwe pomp aan te schaffen.
Benzine pomp
Het doel van deze pomp is om de motor van brandstof te voorzien. Voorheen werden mechanische pompen gebruikt in auto's met carburateurs. Ze werden rechtstreeks door de motor aangedreven - een speciale stang duwde het diafragma, waardoor een vacuüm ontstond en brandstof in de carburateur werd gepompt. Tegenwoordig heeft de overgrote meerderheid van de geproduceerde auto's een injectiesysteem en een elektrische brandstofpomp.
Zijn functies:
- brandstoftoevoer met een snelheid van 1-2 l / min;
- zorgen voor een constante druk in het brandstofsysteem (ongeveer 700 MPa).
Een moderne brandstofpomp is een elektromotor, waaraan een werkende rotor vast is verbonden, die brandstof voortstuwt. De benzinepomp wordt direct in de benzinetank van de auto gemonteerd. In dit geval speelt de brandstof de rol van koelmiddel en smeermiddel. Sommige automodellen hebben 2 pompen: de ene wordt als de belangrijkste beschouwd en wordt onder de motorkap geïnstalleerd, de tweede, een werkende, wordt in de brandstoftank geplaatst.