Brandstofpompen zijn tegenwoordig te vinden op alle voertuigen die zijn uitgerust met een verbrandingsmotor. Heel vaak gaan auto's kapot juist vanwege een storing van de hogedrukbrandstofpomp, dus het is belangrijk om het principe van de werking en de "symptomen" van storingen te kennen.
Werking brandstofpomp
Hogedrukbrandstofpompen worden geïnstalleerd op injectie- en dieselmotoren, waar ze zorgen voor de bediening van elektrische kleppen met een splitter (injectoren), die brandstof in de verbrandingskamer injecteren wanneer deze onder hoge druk wordt toegevoerd. Meestal worden dergelijke apparaten op de gastanks van injectievoertuigen geïnstalleerd, waardoor de brandstofleiding van hen naar de sproeiers wordt omgeleid (via filters). Hogedrukbrandstofpompen zijn verdeeld volgens het type operatie in elektrische en mechanische modellen.
De brandstofpomp start gelijktijdig met de motor, waarna deze constant werkt en de benodigde brandstofdruk in het brandstofsysteem handhaaft. De drukmetingen zijn afhankelijk van het drukregelventiel - hoe stijver het is, hoe hoger het zal zijn, maar de kenmerken van de pomp zelf spelen ook een belangrijke rol.
Tijdens de werking van de motor, nadat de zuiger het BDP nadert, stuurt het elektronische systeem stroom naar de injectoren, die tegelijkertijd openen en brandstof onder hoge druk afgeven. De hoeveelheid geloosde brandstof wordt geregeld afhankelijk van de pulsduur, die door de elektronica wordt ingesteld op basis van de gegevens van zijn sensoren.
Storingen met de brandstofpomp
Als de auto slecht start, scherp afslaat en bij hoge snelheden "doorvalt", is het noodzakelijk om de druk in het brandstofsysteem te diagnosticeren. Om dit te doen, moet u een speciale manometer gebruiken, die de indicatoren op de oprit meet. Als de cijfers onder de indicatoren blijken te zijn die zijn gespecificeerd in de instructies voor de auto, moet u eerst alle brandstoffilters controleren - als ze verstopt zijn, zal de brandstof er niet doorheen gaan en zal er een enorme belasting worden gegeven naar de pomp. Bij werkende filters kan de oorzaak van het probleem een versleten brandstofpomp zijn, die moet worden vervangen.
Om de hogedrukbrandstofpomp zonder manometer te controleren, moet u de motor starten door deze naar 2000-3000 tpm te draaien. Tegelijkertijd duiden een dalend toerental of een ongelijkmatige werking van de motor op een storing in de brandstofpomp. Daarnaast moet een goed werkende pomp helemaal stil zijn.
Ook kan het probleem in de RTD-klep zitten, waardoor er geen hoge brandstofdruk in het systeem is. Bekwame autobezitters stemmen hun pompen vaak af en bereiken met succes een hogere druk, maar dit zorgt voor een verhoogde belasting van de unit, waardoor de hulpbron sterk wordt verminderd.