Met de videorecorder kunt u de schuld of onschuld van een deelnemer aan een verkeersongeval bewijzen. Ervaren chauffeurs begrijpen het belang van de recorder, dus deze gadget is behoorlijk populair geworden onder autobezitters. Ook is de videorecorder onbetwistbaar bewijs in de rechtszaal, maar er zijn gevallen waarin de inspecteur eenvoudigweg weigert het op de recorder opgenomen materiaal te accepteren.
instructies:
Stap 1
Als er zich een ongeval voordoet, moet u controleren of het materiaal van het moment van het ongeval op de DVR is opgenomen. Dan moet u dit opnemen en de video aan de rechtbank of aan de inspecteur bezorgen. Als de inspecteur de invoer niet wil accepteren, moet hij een protocol opstellen waarin de reden van de weigering wordt toegelicht.
Stap 2
Het videomateriaal wordt ofwel op disk ofwel op een geheugenkaart geleverd. Op schijf heeft het nog steeds de voorkeur, omdat het veel moeilijker is om de video erop te wijzigen.
Stap 3
Voordat u de videokaart aan de inspecteur geeft, moet u alle onnodige, eerder verwijderde records verwijderen. Alleen de registratie van het ongevalsmoment en alles wat daarmee samenhangt, moet op de kaart blijven staan.
Stap 4
Verander in geen geval de opname: je kunt het beeld, geluid, effecten niet corrigeren, details verwijderen. De opname moet worden opgeslagen zoals deze is gefilmd.
Stap 5
De video-opname wordt overhandigd aan de inspecteur, die deze ter onderzoek opstuurt. De notulen moeten de datum en het tijdstip van opname vermelden, zodat kopiëren uitgesloten is. De DVR moet de juiste datum en tijd bevatten, anders wordt de opname niet geaccepteerd.
Stap 6
Ook mag u niet later dan twee dagen na het ongeval onderzoek doen, omdat u in die tijd een goede kopie kunt maken.