Het komt vaak voor dat een chauffeur bij een tankstation per ongeluk naar de verkeerde dispenser rijdt en benzine in de tank giet in plaats van de benodigde dieselmotor. Als u vervolgens de motor start, zal dit de motor beschadigen en daaropvolgende dure reparaties. Wat te doen bij zo'n fout?
Als een dergelijke fout op tijd is opgemerkt, mag de motor niet worden gestart, maar moet de gevulde brandstof uit de tank worden weggepompt. Dit bespaart u zenuwen en geld. Bel tankstationpersoneel of technische assistentie.
Chauffeurs die hun fout nog steeds niet hebben opgemerkt en daarna de motor hebben gestart, moeten bereid zijn een vrij groot bedrag voor reparaties uit te betalen. Aangezien in de meeste gevallen bij moderne dieselmotoren die op benzine hebben gelopen, het injectiesysteem, de brandstofleiding en de tank moeten worden vervangen.
Met oudere dieselmotoren is het mogelijk om enige afstand op benzine te rijden. Maar in dit geval moet u het probleem zo snel mogelijk oplossen. Voor nieuwe dieselmotoren geproduceerd sinds 2000 geldt de regel: de contactsleutel afhouden zolang er benzine in de tank zit in plaats van diesel, aangezien benzine bij deze modellen de noodzakelijke oliefilm verwijdert.
Ook in de tegenovergestelde gevallen, wanneer diesel wordt bijgevuld in plaats van benzine, wordt aanbevolen om de motor onmiddellijk uit te zetten. Anders ontstaat er schade aan het injectiesysteem. Bij pechgevallen door deze omstandigheden hoeft u niet te rekenen op een vergoeding van verzekeringsmaatschappijen.