Bij het kiezen van een olie houdt een ervaren automobilist altijd rekening met het belangrijkste kenmerk: viscositeit. Deze parameter is direct gerelateerd aan de prestaties van een automotor; zijn hulpbron, gasrespons, de mogelijkheid van een gemakkelijke start in de winter.
Als we in begrijpelijke taal spreken, niet in 'wetenschappelijke' taal, dan is de viscositeit van motorolie voor auto's het vermogen om de oppervlakken van wrijvende motoronderdelen te smeren, op voorwaarde dat de vloeibaarheid behouden blijft. Op het eerste gezicht is de definitie eenvoudig, maar het is de viscositeit van de olie die vooral afhangt van de temperatuur, wat direct van invloed is op de werking van de mechanismen die smering nodig hebben.
Kenmerken van het werk van autooliën
De belangrijkste taak van elke auto-olie, incl. en motor, de vorming van een oliefilm tussen de bewegende delen van de motor, die geen droge wrijving mag toestaan. Ook draagt motorolie bij aan minimale wrijving, mits de cilinderkamers dicht zijn. De werkelijke olietemperatuur verandert voortdurend en kan 140-150 ° C bereiken; de meetwaarden die de bestuurder op het dashboard ziet, vertellen hem alleen over de bedrijfstemperatuur van de koelvloeistof. Die laatste heeft echt stabiliteit en is gemiddeld (op een warme motor) zo'n +90 °C.
Het is vrij moeilijk om een stof te maken die motoronderdelen even goed zou smeren over een breed temperatuurbereik; daarom houden fabrikanten rekening met veel parameters bij het ontwikkelen van oliemerken. De meeste worden op het etiket weergegeven in de vorm van een alfanumerieke code die de operationele kenmerken van de auto-olie kenmerkt.
Codering motorolie
De viscositeitsclassificatie van motoroliën is ontwikkeld door de Association of American Automotive Engineers (of SAE) en wordt nu in de meeste landen over de hele wereld geaccepteerd. Het doel van de classificatie is om het bedrijfstemperatuurbereik te bepalen waarbij de motor "comfortabel" zal aanvoelen.
Voor het decoderen kunt u de markering op elk auto-olielabel nemen; bijvoorbeeld SAE 10W-40. Na de afkorting van de Association of Automotive Engineers komt het getal 10, dat de viscositeit van een olie bij specifieke temperaturen definieert. Als we het getal "veertig" van "tien" aftrekken, krijgen we "min dertig". Dit betekent dat deze temperatuur ervoor zorgt dat de oliepomp het smeermiddel kan verpompen zonder droge wrijving. Als we 35 aftrekken van het eerste getal in de aanduiding, krijgen we het getal minus 25, wat het minimale vermogen van de starter om de krukas van de motor te laten draaien aangeeft.
Het tweede getal in de aanduiding (in dit geval 40) geeft de viscositeit bij hoge temperatuur aan. Hoe groter deze is, hoe hoger de viscositeit bij hoge temperaturen (d.w.z. verhoogde belastingen) zal zijn. U kunt het beste rechtstreeks contact opnemen met de fabrikant voor de optimale viscositeitswaarde voor een bepaald voertuig.