De veiligheid van de bestuurder op de weg hangt niet alleen af van vaardigheid en geluk. Het passieve veiligheidssysteem van het voertuig, dat gordels en airbags omvat, is ontworpen om de bestuurder en passagiers te beschermen tegen verwondingen door ongevallen en om te anticiperen op een noodsituatie.
instructies:
Stap 1
Airbags werden voor het eerst gebruikt in Amerikaanse vliegtuigen in de jaren 1940. Even later werden ze overgebracht en aangepast voor de auto. In de loop der jaren zijn de kussens aangepast, het werkingsprincipe en de gevoeligheid van de sensoren veranderd. De airbag werkt vanuit een module waaraan schoksensoren signalen doorgeven. Bij een botsing met een bepaalde kracht ontsteekt de airbag, waardoor het hoofd en lichaam van de passagier wordt beschermd tegen een frontale botsing met het stuur en metalen delen van het auto-interieur. Het kussen zelf ontvouwt zich en vult zich onmiddellijk met gas.
Stap 2
De kussens zijn geïnstalleerd in de stuurkolom, aan de voorkant van het dashboard vanaf de passagierszijde, in de A-stijlen en aan de zijkant van de stoelen. Sommige airbags kunnen worden uitgeschakeld. Bijvoorbeeld als u een kind voorin vervoert in een autostoeltje. Als een ouder kind voorin zit, moet hij ook in het autostoeltje zitten, vastgemaakt worden en de stoel zo ver mogelijk naar achteren schuiven.
Stap 3
Airbags bieden maximale bescherming bij een ongeval als een persoon de veiligheidsgordel draagt. In dit geval worden met een scherpe schok aan de riemen getrokken en laat de persoon niet met al zijn kracht naar voren vallen. Dit betekent dat de impact op het kussen zelf wordt verzacht. De bestuurder en passagiers moeten minimaal 25 centimeter van het kussen verwijderd zijn. In dit geval hebben ze alle kans om te ontsnappen aan verwondingen, inclusief het raken van het kussen zelf.
Stap 4
Als u niet weet waar de veiligheidsuitrusting zich in uw auto bevindt, zoek dan naar de Airbag-belettering op de interieurelementen. Deze merknaam verwijst naar alle plaatsen waar veiligheidsvoorzieningen zijn ingebouwd. De bestuurdersairbag zit in het stuur en de belettering is duidelijk zichtbaar. Als er geen passagierskussen is, wordt in het bovenste deel van de torpedo een uitsparing gemaakt voor een open handschoenenkastje. Net onder het stuur en het dashboardkastje kunnen kussens zitten die de knieën van de bestuurder en passagier beschermen. Zij-airbags kunnen aan de linker- (bestuurderszijde) of rechterzijde (passagierszijde) van de stoel worden geplaatst. In de carrosseriestijl kunnen zogenaamde luchtgordijnen zitten, die bij een botsing over de gehele lengte van het glas opengaan.