Het instrumentenpaneel is een plaats in de auto die zich altijd in het gezichtsveld van de bestuurder bevindt. Het is niet verwonderlijk, omdat het noodzakelijk is om constant de bewegingssnelheid, het oliepeil en andere parameters te controleren. Om 's nachts goed te kunnen observeren, is het dashboard uitgerust met achtergrondverlichting, die soms uitvalt.
instructies:
Stap 1
Om het werk te voltooien, hebt u nodig: een platte en kruiskopschroevendraaier en een klein pincet. Open de motorkap en koppel de minkabel los van de accu. Verwijder daarna het instrumentenpaneel. Draai hiervoor de bouten los waarmee het instrumentenpaneel is bevestigd en verwijder het. Pas op dat u de lipjes die het schild vasthouden niet beschadigt.
Stap 2
Zoek de bouten waarmee het instrumentenpaneel aan het dashboard is bevestigd. Ze bevinden zich meestal als volgt: één aan de onderkant en twee of drie schroeven aan de bovenkant. Trek daarna de apparaten naar u toe en verwijder de structuur van de plaats van installatie. Koppel vervolgens de elektrische connector los die op het instrumentenpaneel past door in het slot te knijpen en aan het blok te trekken.
Stap 3
Haal daarna de apparaten eindelijk uit de auto en plaats ze op een vlakke ondergrond. Neem een pincet en verwijder voorzichtig de te vervangen lamphouder. Om dit te doen, draait u het tegen de klok in en trekt u het eruit. Verwijder het lichtfilter van de lamp en vervang het.
Stap 4
Sommige lampen zijn verborgen onder de diëlektrische plaat, dus om ze te verwijderen, draait u de schroeven los waarmee de plaat aan de apparaten is bevestigd en koppelt u deze los. Zoek daarna de lamp die je nodig hebt en gebruik een pincet om deze uit het stopcontact te halen en een nieuwe verlichtingsarmatuur te installeren.
Stap 5
Denk eraan dat bij het opnieuw installeren ervoor moet worden gezorgd dat alle bouten en clips op hun plaats zitten. Wees ook voorzichtig bij het installeren van nieuwe lampen, raak ze niet aan met uw vingers, omdat dit vettige vlekken op het oppervlak kan achterlaten. Probeer al het werk met handschoenen en schone handen te doen. Als er een vlek of vuil verschijnt, verwijder het defect dan met een schone doek. Controleer na het vervangen van lampen de functionaliteit van de geïnstalleerde apparatuur.