Elk motorsysteem, in het bijzonder brandstof en olie, moet altijd perfect in orde zijn. Een belangrijke rol hierin wordt gespeeld door filters die mechanische onzuiverheden opvangen en voorkomen dat deze de automotor binnendringen. Daarom moeten het brandstof- en oliefilter regelmatig worden vervangen. Deze operatie kost niet veel tijd, maar het bespaart geld op reparaties.
Het is nodig
- - sleutel voor 6;
- - krulschroevendraaier;
- - tank voor brandstof;
- - VAZ oliefilter verwijderaar.
instructies:
Stap 1
Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond en blokkeer de wielen. Open de motorkap. Bereid een container van 2-2,5 L voor om brandstof op te vangen. Het is het beste om een metalen fles te gebruiken, maar zo niet, dan zal een plastic fles werken.
Stap 2
Neem een 6-sleutel of een schroevendraaier, draai de bevestigingsklemschroeven los waarmee het brandstoffilter aan de slangen is bevestigd. Haal het van ze af. Tap voorzichtig de resterende brandstof uit de slangen en filter in de daarvoor bestemde opvangbak. Houd er rekening mee dat de benzineslang zich onder het niveau in de benzinetank bevindt. Sluit deze daarom af met een bout 8.
Stap 3
Monteer het nieuwe brandstoffilter zo op het voertuig dat de pijl op het filterhuis, die de richting van de brandstofstroom aangeeft, naar de brandstofpomp wijst. Zet de slangklemmen vast. Anders zal het brandstoffilter weerstand creëren, wat zal leiden tot een afname van de toevoer van benzine. Ook kan het filterelement beschadigd raken.
Stap 4
Verwijder de container met benzine voorzichtig. Pomp brandstof met de hand en vul de brandstofpomp totdat het filter vol is. Controleer op lekkage bij de aansluitingen en slangen van de carrosserie en de brandstoffilterdop. Draai ze indien nodig vast. Start de motor en controleer opnieuw op brandstoflekkage.
Stap 5
Verwijder het gebruikte oliefilter met uw handen of een trekker uit de auto. Vul de binnenkant van het nieuwe filter voor een derde van zijn volume met schone motorolie. Monteer de o-ring met schone motorolie. Schroef het filter met de hand terug op zijn plaats zonder gereedschap.
Stap 6
Start de motor. Verwarm het een paar minuten. Het oliedrukcontrolelampje moet 2-3 seconden na het starten uitgaan. Inspecteer de aansluiting van het filter op de motor tijdens bedrijf. Er mogen geen vlekken zijn. Stop de motor. Controleer het oliepeil met een peilstok, vul zo nodig bij en draai het filter vast.