Veel scooterongevallen worden veroorzaakt door onervaren beginnende bestuurders. Aangezien de scooter het meest populaire vervoermiddel is onder jongeren, is deze situatie niet verwonderlijk. Daarom is het noodzakelijk om te leren hoe u een scooter zo goed mogelijk kunt besturen, vooral omdat een scooter, in tegenstelling tot een auto, de eigenaar op geen enkele manier beschermt tegen verwondingen bij een ongeval.
instructies:
Stap 1
Allereerst moet je onthouden dat niet alleen het uiterlijk afhangt van de goede technische staat van de scooter, maar ook de bestuurbaarheid, wendbaarheid en voorspelbaarheid. Controleer voor vertrek het peil van alle vloeistoffen. Het oliepeil moet bijzonder zorgvuldig worden gecontroleerd om problemen met een vastgelopen motor te voorkomen. Let ook goed op de staat van het loopvlak. Laat de scooter op een standaard of middenstandaard rijden om onbedoelde beweging tijdens het opwarmen van de motor te voorkomen, wat moet worden gedaan na lange perioden van parkeren.
Stap 2
De scooter is niet uitgerust met een versnellingsbak, dus je hoeft je geen zorgen te maken over het schakelen - de snelheid wordt geregeld door de gashendel. Maar het zal niet mogelijk zijn om met de motor te remmen, dus alle hoop is alleen voor de voor- en achterremmen. Trouwens, het is een vergissing om te denken dat het beter is om de voorrem niet te gebruiken, omdat er gevaar voor kantelen bestaat. Door de ongelijke verdeling van het gewicht van de bestuurder over de wielen is de efficiëntie van de voorrem zelfs bijna een derde hoger, dus het is de moeite waard om met beide te remmen. Als je geen volledige stop nodig hebt, maar alleen een snelheidsvermindering, dan is een soepele druk op de voorremhendel de beste optie.
Stap 3
Bochten mogen pas in als u klaar bent met remmen. Pas de snelheid in bochten aan met het gaspedaal, anders dreigt u te vallen. De helling van uw lichaam moet gelijk zijn aan de helling van de scooter. Houd er tijdens het rijden rekening mee dat in Rusland voor scooters met een cilinderinhoud van minder dan 50 kubieke centimeter hetzelfde deel van de weg wordt toegewezen als voor fietsers - de uiterst rechtse rijstrook, zo dicht mogelijk bij de kant van de weg. In werkelijkheid is het beter om ongeveer in het midden van de rechterrijstrook te blijven om plotselinge ontmoetingen met voetgangers, autodeuren, gaten en regenafvoeren te vermijden.
Stap 4
Probeer tramsporen bijna recht over te steken, want de kans op vallen is groot als je onder een scherpe hoek binnenkomt. Pas op voor het rijden op rijstroken in de regen, deze kunnen erg glad zijn.