De dubbelzinnigheid van woorden in een taal leidt soms tot verwarring en zelfs degenen die termen en namen gebruiken, begrijpen niet altijd hun betekenis. Zo'n "complex" en polysemantisch woord is bijvoorbeeld "potentieel".
Potentieel betekent de aanwezigheid van middelen, interne of vitale reserves en kansen. In verschillende woordenboeken vindt u echter verschillende interpretaties van deze term.
In het woordenboek van Efremova wordt het concept "potentieel" bijvoorbeeld gedefinieerd als een hoeveelheid die de energiereserve kenmerkt van een lichaam dat zich op een punt van een magnetisch of elektrisch veld bevindt. Hier vind je ook de figuurlijke betekenis van dit woord, namelijk "potentieel" als het geheel van alle beschikbare middelen en mogelijkheden op elk gebied of gebied.
In het woordenboek van Ushakov worden ook twee definities van het begrip "potentieel" gegeven. In het eerste geval hebben we het over een natuurkundig concept dat de hoeveelheid potentiële energie op een bepaald punt in de ruimte kenmerkt. In de tweede - "potentieel" wordt beschreven als een reeks voorwaarden, middelen die nodig zijn om iets te onderhouden, te behouden, te behouden.
Het woordenboek van Ozhegov bevat ook een derde versie van de interpretatie van "potentieel". En in dit geval betekent het een interne reserve, de capaciteiten van een persoon.
In het dagelijks leven is het niet mogelijk om het potentieel van mensen of dingen te zien, omdat dit een bepaalde impact op een object of object vereist.
Als we bijvoorbeeld een gloeilamp kopen, kijken we meestal naar de verpakking om het potentieel van de inhoud te achterhalen, dat wil zeggen het vermogen, het aantal uren garantiewerk, enz. Als we de gloeilamp alleen in onze handen houden, zien we het potentieel ervan niet. De verpakking vertelt echter niet alles over de mogelijkheden van het product. Een gloeilamp kan immers ontploffen als hij valt, je kunt je eraan bezeren. En dat geldt ook voor potentieel. Maar het is vermeldenswaard dat geen van deze eigenschappen zich kan manifesteren zonder het object te beïnvloeden.
Of denk bijvoorbeeld aan een graan. Welk potentieel heeft het? Eén zaadje kan niemand voeden. Maar als het in de grond wordt geplant en bepaalde omstandigheden worden gecreëerd, dan is het potentieel van het graan al in de plant te zien.
Een persoon bestudeert praktisch zijn hele leven het potentieel van verschillende dingen. Als je kleine kinderen observeert, wordt duidelijk zichtbaar dat ze experimenten uitvoeren op alles wat in hun handen valt. Als hij wat ouder wordt, begint de kleine tester al te begrijpen dat het onmogelijk is om de vaas van moeder in veel mooie fragmenten te veranderen. En niet omdat het onmogelijk is om het te doen, maar omdat het onaanvaardbaar is.
In de adolescentie begint een persoon het leven te ervaren, te dromen. Maar vaker wel dan niet leiden verbodsbepalingen van de oudere generatie ertoe dat in de adolescentie het potentieel latent aanwezig is. Zo zal een persoon, net als een kleine korrel, zijn potentieel niet eens herkennen totdat hij in een geschikte omgeving komt.
Dus, als we al het bovenstaande samenvatten, kan het potentieel worden gekarakteriseerd als latente vermogens die worden onthuld onder een bepaalde impact op het object in de vereiste omgeving.